Schrijfster in de schemerzone
Ergens in de herfst van 1998 fietste ik ’s avonds vanaf de flat bij de Sloterplas waar ik woonde over de Amstelveenseweg in Amsterdam naar een afspraak bij de VU. Het was vrij rustig voor deze meestal drukke straatweg die onder de ring door Amsterdam met Amstelveen verbindt. Er reed weinig verkeer, het schemerde en er stond bijna geen wind.
Bij een kruispunt kwam er een kleine auto aangereden, in mijn herinnering een Fiat, die ruimschoots op tijd voor me stopte. Dat op zich was al opmerkelijk, omdat ik dat in Amsterdam niet gewend was. Het oudere dametje achter het stuur met halflang wit haar keek me vriendelijk aan. Toen ik al weer fietste, besefte ik dat ik zojuist een korte ontmoeting had gehad met niemand minder dan Hella S. Haasse. Ik keek nog om, maar het autootje verdween al door een bocht, de stad in.
Ik zou in Amsterdam nog wel meer bekendheden tegenkomen, waarvan sommigen zoals Herman Brood en Sylvia Millecam een dramatisch lot tegemoet gingen. Maar dit maakte toch de meeste indruk op me: het bijna verlaten kruispunt en dan dat remmende autootje met daarin de oude dame die ook een beroemde schrijfster was. Ik moest hieraan weer eens denken vanwege het verschijnen van een nieuwe biografie over Hella S. Haasse. Hierin staat onder andere dat er een groot verschil tussen haar dagelijks leven en haar leven als schrijfster was. Onze kleine ontmoeting moet ergens in het grensgebied hebben plaatsgevonden.